uit: Lef (cyclus)

{ 5, Lef-cyclus }

we schoppen de zon over de rand van het land blussen na met zee zweet en water bezetten het strand maken ons klaar voor het klappertjesstuk van onze tocht graven twee felrode…


{ 4, Lef-cyclus }

boshalte af: met de schroeiende boeiende geur van vrij natuur gevaar alleen op de wereld pulken we een hoekje duin los spreiden het voor ons uit springen er middenin met pijl…


{ 3, Lef-cyclus }

drijfnat slaan we het bos op vegen bospaden en prikkeldraad bij elkaar rollen ze op leggen ze achter onze hut van takken die overal vallen en liggen voor het oprapen en…


{ 2, Lef-cyclus }

sloten trekken kieren in het weiland die met de hand niet zijn te dichten je moet ze nemen met sprongen maar eerst met veelpraat hoogpraat verpraat en daarna de wereld vooral…


{ 1, Lef-cyclus }

korte schets: jaartje of jong onder tien op weg naar losgesneden randje dorp weiland tegen bos rond duin schuurt strand fietspad op wereld fiets op fietspad wij op fiets jij…