Wat is jou ontnomen?
bij aankomst in het verlaten huis
wist ik mij ontstaan, bestaand bij naam
kromp alles op zijn plaats, kruipend
over opgang, langs muren, trappen, door de tuin,
ik paste! en jij, jouw huis? het blijft leeg
de zon zakt, duwt zandkastelengrachten vol met zeewater,
een schepje, een emmertje, ze lagen al klaar –
in een nanoseconde werd jou alles ontzegd, met huid en haar
de onherroepelijkheid van het versperren van jouw leven,
heeft zich verschanst achter de rug van de stilgezette tijd.