Eind jaren twintig vluchtte mijn oma naar Nederland. Weg van een aan de
alcoholverslaafde man, weg uit een omgeving die niet begreep wat zij
meemaakte, weg van een leven dat zij niet meer wilde leven.
Vanaf zijn tiende groeide mijn vader op in Den Haag. Hij doorliep de
plaatselijke scholen, voetbalde bij een Haagse vereniging en nam
schilderlessen. Totdat hij, wonend in Nederland, maar met de Engelse
nationaliteit, werd opgeroepen voor actieve dienst in het Engelse leger.
Na op verschillende plaatsen in Frankrijk te zijn gelegerd, belandde hij
op de terugweg met twee strijdmakkers in een klein plaatsje aan de Franse
kust en wachtte hij daar het einde van de oorlog af.
Na de oorlog zijn zij met z’n drieën in 3 maanden teruggelopen naar
Nederland. Bij terugkomst, nadat zijn schoenen waren losgesneden van zijn
voeten, zocht hij zijn moeder op, als eerste.
Hij belde aan, zij deed open, viel flauw en werd in korte tijd volledig grijs.
Ze had haar zoon na afloop van de oorlog dood gewaand.

Ergens midden in de jaren tachtig was ik samen met mijn vader op een
zondagmiddag bij mijn oma in Den Haag. Na een uur belde mijn moeder met
de mededeling dat een man contact had gezocht met mijn vader. Iemand uit
de oorlogsperiode, zei ze. Hij woonde ook in Den Haag. Ze gaf het
telefoonnummer aan mijn vader.
Tot mijn stomme verbazing belde mijn vader onmiddellijk dat nummer,
sprak kort en zei tegen mij dat we even bij hem langsgingen.
We belden aan en een kleine, vriendelijk ogende man deed de deur open,
keek mijn vader minuten lang aan om vervolgens naar mij te
wijzen met de woorden: ‘Dat ben jij, John!’ Door mijn tengere gestalte leek ik
als twee druppels water op mijn vader op zijn twintigste.

Die middag kreeg ik een rondleiding door de oorlogsjaren van mijn vader.
Deze man, Jos genaamd, had het tegenovergestelde van mijn vader gedaan:
hij had geschreven over die periode, lezingen gehouden (hij bleek journalist te
zijn), fotoboeken gemaakt en de route die ze toen hadden gevolgd al drie keer
samen met z’n vrouw gelopen. Hij wist details op te rakelen die mijn vader
allang vergeten was en naarmate de middag vorderde, werd ik steeds
enthousiaster en mijn vader steeds stiller.

Nooit meer is die middag ter sprake gekomen. Niet één keer.

 

lees meer uit Mijn vader (cyclus)

terug naar archiefkast