‘Jij bent geboren om beroemd te worden,’ zei je vader,
mijn opa, die de tijd samenbalde in ranke houten kasten
met bronzen wijzers en kettingen om de vooruitgang
steeds opnieuw op te winden. Hij wilde er zeker van zijn
en blijven dat zijn dochter de toekomst voor het grijpen

zou hebben. Nog niet wetende hoe of met wat werd jouw lot
bezegeld door de man die jij je leven lang als vaandeldrager
van ons geestelijk familie-erfgoed zou citeren: de geschriften
van een wat zonderlinge, teruggetrokken kluizenaar die te jong
het slaan van zijn hart op het ritme van de tijd

voelde verstommen om uiteindelijk tijdloos uit te doven.
Voorbestemd was je. Voorbestemd om, als de oudste van drie,
het te gaan maken in een richting waarvan de contouren langzaam
zichtbaar werden, maar door een oorlog uit het oosten
werd alles onderbroken. Achteraf misschien wel met het wrange

bijeffect van opgehoopte, creatieve energie die zich in de jaren
daarna etaleerde in de vorm van muzikale uitbarstingen op fagot
en piano. Het ontwerppotlood dat je vingers aanstuurde tot
vernieuwend kledingdesign, draaide volop overuren.
Je belandde op de voorpagina van een toonaangevend modeblad

dat jou lanceerde als covermodel van de nieuwe, naoorlogse mode.
Naast je werk als couturier bood men je een baan aan als columnist/
recensent waarmee de uitspraak van je vader bewaarheid werd.
Je was inderdaad geboren om beroemd te worden.
En toen werd je, in lijn der relationele verwachting, zwanger.

 

lees meer uit Mijn moeder (cyclus)

terug naar archiefkast